Spaanse taal

Spaans español castellano
Ingesproken	Spanje Spanje , Westelijke Sahara Westelijke Sahara , Equatoriaal-Guinea Equatoriaal-Guinea , evenals in Spaans Amerika , in delen van de VS
spreker	570 miljoen moedertaalsprekers , (Anuario Cervantes 2016).
taalkundig classificatie	Indo-Europese talen Italiaanse talen Taal van de liefde Ibero-Romaanse talen Spaans
Officiële status
Officiële taal in	Europa : Spanje Spanje , Europeese Unie Europeese Unie Afrika : Equatoriaal-Guinea Equatoriaal-Guinea Caraïben : Cuba Cuba , Dominicaanse Republiek Dominicaanse Republiek , Verenigde Staten Verenigde Staten Puerto Rico Puerto Rico Noord-Amerika : Mexico Mexico Midden-Amerika : Guatemala Guatemala , El Salvador El Salvador , Honduras Honduras , Nicaragua Nicaragua , Costa Rica Costa Rica , Panama Panama Zuid-Amerika : Venezuela Venezuela , Colombia Colombia , Ecuador Ecuador , Peru Perú , Bolivia Bolivië , Chili Chili , Argentinië Argentinië , Paraguay Paraguay , Uruguay Uruguay Internationale organisaties : Verenigde Naties Verenigde Naties (VN), Afrikaanse Unie Afrikaanse Unie (AU), Centraal-Amerikaans Integratiesysteem (SICA), Unie van Zuid-Amerikaanse Naties (UNASUR), Gemeenschap van Latijns-Amerikaanse en Caribische Staten (CELAC), Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS), Latijnse Unie
Andere officiële status in	Verenigde Staten Verenigde Staten VS New Mexico New Mexico
Erkende minderheid / Regionale taal in	Marokko Marokko , Filippijnen Filippijnen
Taalcodes
ISO 639-1	het
ISO 639-2	spa
ISO 639-3	spa

Spaans als moedertaal

Onofficieel, gesproken door 25% van de bevolking

Onofficieel gesproken door 10 tot 20% van de bevolking

Onofficieel, gesproken door 5-9% van de bevolking

Spaans gebaseerde creoolse talen

Relaties en affiniteiten van de Romaanse talen ( Roemenië )

Taalontwikkeling van Zuidwest-Europa in het 2e millennium na Christus

De Spaanse of Castiliaanse taal ( Spaans ; eigennaam: español [ espaˈɲol ] of castellano [ kasteˈʎano ]) behoort tot de Romaanse tak van de Indo-Europese taalfamilie en vormt de nauwere eenheid van het Ibero- Romaans met het Aragonees , Asturleonees , Galicisch en Portugees . ^[1] In een breder perspectief kan Spaans samen met Catalaans , Frans , Occitaans en andere kleinere Romaanse talen zoals Noord-Italiaans ook worden ingedeeld in Westers Romaans.

De wetenschap die zich bezighoudt met de Spaanse taal ^[2] en de Spaanse literatuur wordt Hispanic Studies genoemd . Het Spaanstalige gebied staat bekend als Hispanophonie . Vanwege historisch kolonialisme is Spaans de meest voorkomende moedertaal op het Amerikaanse dubbelcontinent . B. door zijn functie als officiële taal van talrijke internationale organisaties als wereldtaal . (In Spanje zelf is Spaans echter niet de enige taal, zie Talen in Spanje ). Het Instituto Cervantes is belast met het wereldwijd onderhouden van de Spaanse taal.

De Spaanse Taalacademie in Madrid , de Real Academia Española

Spaans wordt met Latijnse letters geschreven . In het moderne Spaans wordt het acute accent ook gebruikt voor klinkers en de twee karakters ñ en ü . In oudere woordenboeken kunnen de ch en ll nog steeds als afzonderlijke letters worden gevonden.

Portret van Antonio de Nebrija

Andrés Bello

Geschiedenis en achtergrond van de Castiliaanse taal

Aan het einde van de Punische oorlogen probeerde het Romeinse Rijk , met de overwinning op Carthago ^[3], zijn invloed geleidelijk uit te breiden vanuit het noordoosten van Hispania over het hele Iberische schiereiland . De Romeinse militaire aanwezigheid enerzijds en de uitbreiding van de Romeinse bestuurlijke structuren anderzijds leidden ertoe dat de Latijnse taal zich over bijna de hele Iberische invloedssfeer verspreidde. Latijn werd de officiële taal en daarmee de dominante lingua franca in het westelijke Middellandse Zeegebied. Toen ontwikkelde zich een regionaal volkslatijn , sermo vulgaris of vulgair Latijn , ^[4] dat in de Romeinse keizertijd werd gesproken door militairen, de legionairs , maar ook handelaren, immigranten uit andere Romeinse provincies en administratief personeel, de ambtenaren, maar vaak met een blik op fonetische , syntactische , morfologische en lexicale structuren van de Latijnse schrift- en standaardtaal . Desalniettemin was deze omgangstaal geen duidelijk gedefinieerde taal met een gedefinieerde structuur. ^{[5] [6]}

Een pagina uit de Historia Roderici , waarin de daden van El Cid worden verteld.

In de late oudheid leidden de politieke en economische veranderingen uiteindelijk tot de val van het Romeinse Rijk . In de periode tussen 375 en 568 was er de migratie van volkeren en de verdeling van het rijk en, aan het begin van de 7e eeuw, de overgang naar het Byzantijnse rijk in het oostelijke Middellandse Zeegebied. Dit werd gevolgd door de fase van de Visigotische bezetting en de uitbreiding van de islamitische heerschappij in het zuiden ( al-Andalus ) van het Iberisch schiereiland . De Visigotische cultuur ^{[7] had} veel minder invloed op de Spaanse taal die door de bevolking werd gesproken en in opkomst was dan door de islamitische bezetters was bereikt (zie Mozarabische taal ). ^[8] In de periode van 711 tot 719 verwoestten de moslimveroveraars ( Arabieren en Berbers ) afkomstig uit Noord-Afrika het Visigotische rijk en veroverden bijna het hele Iberisch schiereiland ( islamitische expansie ). De christelijke opstand tegen de islamitische buitenlandse heerschappij begon in Asturië in 718 en werd het startpunt voor de Reconquista (zie ook de chronologische tabel van de Reconquista ). Dit laatste eindigde pas in 1492 met de volledige ontbinding van de laatste islamitische heerschappij in het emiraat Granada en de verdrijving van de joden uit Spanje . ^[9]

Het eerste bekende geschreven document uit Spanje is geschreven door een monnik in het klooster van San Millán de la Cogolla . De Glosas Emilianenses , oorspronkelijk geschreven in het Latijn, verscheen in 964 in het West- Aragonese (ook Navarro-Aragonese), een Ibero-Romeinse taal die voortkwam uit het vulgaire Latijn en nauw verwant is aan het Castiliaans . Met de Reconquista verspreidden de talen van het noorden zich uiteindelijk naar het zuiden van het Iberisch schiereiland, waarbij het Castiliaans in het midden van het schiereiland en het Galicisch in het westen bijzonder succesvol waren (zie ook Alfons VI ). ^[10]

Aan het begin van de 12e eeuw werd de Historia Roderici gecreëerd , die aanvankelijk de daden van El Cid in het Latijn vertelde. Later, in 1235, werd een handgeschreven epos gepubliceerd in het Oud-Spaans, El Cantar de Mio Cid . ^{[11] [12]}

Vervolgens kwam met Alfonso X. (de wijze) een veelzijdige vorst aan de macht die zich al voor zijn troonsbestijging onderscheidde door teksten te schrijven. Tijdens zijn regeerperiode voltooide hij zijn omvangrijke oeuvre met onderwerpen op het gebied van wetenschap ( astronomie ), geschiedenis en recht. Als intellectuele spil voor de consolidering van de Spaanse taal en de emancipatie ervan uit het Latijn of Vulgair Latijn, was hij de uitgelezen persoon in de 13e eeuw. ^[13]

Ten tijde van de katholieke koningen creëerde Alfonso Fernández de Palencia een aantal woordenboeken met het bekende Latijn-Spaanse woordenboek Universal vocabulario en latín y en romance (1490). De Palencia vertrouwde op het Latijns-Latijnse woordenboek Elementarium Doctrinae Rudimentum van Papias , oorspronkelijk uit Italië, dat rond de jaren 1040 tot 1050 werd geschreven, en voegde Castiliaanse uitdrukkingen toe aan het Latijnse lexicon. ^{[14] [15]}

In 1492 publiceerde Antonio de Nebrija de Gramática de la lengua castellana ("Grammatica van de Castiliaanse taal"). Nebrija's grammatica was de eerste gedrukte grammatica van een Romaanse en niet-klassieke taal . ^[16] De Chileen Andrés Bello hield zich ook bezig met taalkunde. Zijn angst was dat de Spaanse taal zich in de nu onafhankelijke landen van Latijns-Amerika zou kunnen ontwikkelen, vergelijkbaar met die van het Latijn met zijn splitsing in de verschillende Romaanse talen. Zijn verklaarde doel was dan ook om bij te dragen aan de eenheid van de Spaanse taal met zijn grammatica.

Esteban de Terreros y Pando , een jezuïet Spaanse filoloog en lexicograaf tijdens de periode van de Verlichting , creëerde een Castiliaans woordenboek dat Diccionario castellano con las voces de ciencias y artes, ^[17] het eerste deel werd gedrukt 1786e ^[18]

De Real Academia Española is sinds 1713 de belangrijkste instelling voor de zorg voor de Spaanse taal. Een van de oprichters was Juan Manuel Fernández Pacheco . Woordenboeken , grammatica's en orthografische woordenboeken verschijnen regelmatig onder het dak van hun huis. De academie is een van de belangrijkste bronnen van de Spaanse taalgeschiedenis en de specificaties zijn bindend in het schoolonderwijs en officieel gebruik in Spanje en de Spaanssprekende landen in Amerika . In de omgangstaal wordt het vaak Real Academia de la Lengua ("Koninklijke Taalacademie") genoemd zonder de toevoeging van Española . ^{[19] In} 1771 werd de eerste grammatica van de Academie gepubliceerd.

Oorsprong en naam

Spaans of Castiliaans ontwikkelde zich vanuit een Latijns dialect dat gesproken werd in het grensgebied tussen Cantabrië , Burgos , Álava en La Rioja om de volkstaal van Castilië te worden (de schrijftaal daarentegen bleef lange tijd Latijn). Hiervan is de naam castellano (Castiliaans) afgeleid, die verwijst naar de geografische oorsprong van de taal.

De andere naam, español (Spaans), komt van de middeleeuwse Latijnse naam Hispaniolus of Spaniolus ( verkleinwoord van "Spaans"). Ramón Menéndez Pidal pleit voor een andere etymologische uitleg: De klassieke vorm Hispanus of hispanicus kreeg het achtervoegsel -on in vulgair Latijn (zoals in de voorwaarden Bretón (Breton), Frison (Friese) etc.) en veranderde van hispanione oude Castiliaanse españón, "Welke ontwikkelde zich al snel tot español door de dissimilatie van de twee nasalen , met het einde -ol, dat niet wordt gebruikt om naties aan te duiden". ^[20]

Historische en sociaal-economische ontwikkelingen en het wijdverbreide gebruik ervan als lingua franca maakten het Castiliaans tot de lingua franca van het hele Iberisch schiereiland in combinatie met andere talen die daar werden gesproken: er wordt aangenomen dat ongeveer 80% van de Spanjaarden Castiliaans sprak in het midden van de 16e eeuw. ^[21]

Met de verovering van Amerika, dat in privébezit was van de Castiliaanse kroon, verspreidde de Spaanse taal zich over het halve continent, van Californië tot Tierra del Fuego .

Castellano of Español ?

In Spaanssprekende landen worden de termen español en castellano parallel gebruikt voor hoog Spaans, terwijl in niet-Spaanstalige landen de taal bijna uitsluitend als "Spaans" is ( Engels Spaans , Frans espagnol , Italiaans spagnolo , Arabisch إسبانية , DMG luġa isbāniyya enz.).

In Zuid-Amerika heeft castellano de voorkeur, terwijl in Midden-Amerika , Mexico en de VS español vaker voorkomt. De grondwetten van Spanje, Bolivia , Ecuador , El Salvador , Colombia , Paraguay , Peru en Venezuela gebruiken de term castellano ; Guatemala , Honduras , Cuba , Mexico, Nicaragua en Panama español . Beide namen komen veel voor in Spanje. De Real Academia Española beveelt het gebruik van español aan, behalve in situaties waarin het belangrijk is om het te onderscheiden van de andere onafhankelijke talen die in Spanje voorkomen (Catalaans, Baskisch , Galicisch enz.).

De term castellano wordt ook gebruikt als naam voor het romaanse dialect dat in de middeleeuwen in Castilië werd gesproken (waaruit het moderne Spaans voortkwam) en voor het dialect dat tegenwoordig in deze regio wordt gesproken. In Spanje is de beslissing om een ​​of andere term te gebruiken soms politiek gemotiveerd.

verdeling

Spaans wordt momenteel (2017) door ongeveer 440 miljoen mensen als moedertaal gesproken, waardoor het de tweede meest verspreide moedertaal is na het Chinees en de tweede meest verspreide wereldtaal na het Engels ^{[22] [23] [24]} in engere zin van het woord. hun definitie. ^[25] Met inbegrip van de tweede taal sprekers , het aantal luidsprekers (2017) bedraagt 512-572,000,000 ^{[23] [24] [26]} Dit maakt Spaans - na het Engels , Mandarijn en Hindi - de vierde meest gesproken taal in de wereld. De meeste Spaanstaligen wonen in Mexico, het Caribisch gebied, Zuid- en Midden-Amerika en Spanje. In de Verenigde Staten (vanaf 2017) zijn er ongeveer 58 miljoen sprekers ^[24] , waarmee de Verenigde Staten wereldwijd op de tweede plaats staan ​​na Mexico en voor Colombia en Spanje. Hoewel de taal in geen enkele staat een officiële status heeft, is het aantal sprekers in sommige Amerikaanse staten in het zuidwesten, zoals New Mexico of Californië , maar ook in Texas, meer dan 30%. In Belize (> 55% in 2010 ^[26] vergeleken met 46% in 2000 ^[27] ), Marokko (iets minder dan 5% in 2017) ^{[24] [28]} , Westelijke Sahara evenals in Trinidad en Tobago , is Spaans gedomineerd door een groot deel van de bevolking gesproken. Volgens een onderzoek uit 2015 ( Ethnologue 2015) staat Spaans op de tweede plaats achter Mandarijn met 399 miljoen moedertaalsprekers. ^[29] In Portugeessprekende landen zoals Portugal en Brazilië wordt Spaans vaak begrepen vanwege de taalkundige nabijheid , zelfs als de Portugeessprekenden de taal zelf niet spreken. Omgekeerd is Portugees vanwege de fonetische eigenaardigheden nauwelijks begrijpelijk voor Spaanstaligen die de taal niet spreken. In linguïstische contactzones in Zuid-Amerika zijn gemengde dialecten ontstaan, waarvan sommige worden aangeduid als " Portuñol ".

Met meer dan 21 miljoen leerlingen is Spaans ook de tweede meest geleerde vreemde taal ter wereld, na Engels (samen met Frans en Mandarijn). ^[26] Spaans is de supranationale officiële of werktaal in de Europese Unie , in de Afrikaanse Unie , in de Organisatie van Amerikaanse Staten , in de Gemeenschap van Latijns-Amerikaanse en Caribische Staten , in de Unie van Zuid-Amerikaanse Naties , in Midden-Amerika Integratiesysteem en bij de Verenigde Staten .

Instellingen voor het onderhoud van de Spaanse taal

In artikel 3 van de grondwet van het Koninkrijk Spanje van 29 december 1978 wordt de volgende tekst weergegeven:

(1) Castiliaans is de officiële Spaanse taal van de staat. Alle Spanjaarden hebben de plicht om ze onder de knie te krijgen en het recht om ze te gebruiken.

(2) De andere Spaanse talen zijn ook de officiële talen van de respectievelijke Autonome Gemeenschappen , voor zover hun Autonomiestatuut dat bepaalt.

(3) De rijkdom van Spanje aan taalverscheidenheid is een cultureel goed dat het onderwerp is van bijzonder respect en bescherming.

In een baanbrekende uitspraak ^{[30] heeft} het Spaanse Grondwettelijk Hof , Tribunal Constitucional , het volgende beslist: volgens paragraaf 1 kan elke burger communiceren met elke openbare instelling (ongeacht of deze eigendom is van de staat, een autonome gemeenschap, een provincie of een gemeente ) van het Castiliaans en heeft recht op een antwoord in deze taal. Omgekeerd volgt volgens lid 2 uit het statuut van een aanvullende regionale officiële taal dat dit niet alleen geldt voor de autoriteiten van de autonome gemeenschap zelf, maar ook voor de staatsautoriteiten in deze regio. Met andere woorden, net zoals regionale autoriteiten het Castiliaans niet mogen accepteren, is het staatsinstellingen in de regio's (zoals de rechtbanken, de Policía Nacional of de Guardia Civil) verboden om de respectieve regionale officiële taal niet te accepteren.

In het Koninkrijk Spanje is de Real Academia Española (RAE) gezaghebbend voor het onderhoud van de Spaanse taal. De 46 leden zijn bekende auteurs in het land die voor het leven zijn benoemd. Het werkt samen met de overeenkomstige academies van de andere Spaanstalige landen in de Asociación de Academias de la Lengua Española . De Asociación de Academias de la Lengua Española werd in 1951 in Mexico opgericht , maar is gevestigd in Madrid . Het bestaat uit 22 bestaande nationale academies van de Spaanse taal onder leiding van de Real Academia Española. Dit toont aan dat Spaans een pluricentrische taal is . ^{[31] [32]}

Het Instituto Cervantes is in 1991 opgericht door de Spaanse regering met als doel het promoten en verspreiden van de Spaanse taal en het promoten van de cultuur van Spanje en alle Spaanssprekende landen in het buitenland.

De Association Asociación para la Enseñanza del Español como Lengua Extranjera (ASELE) is een vereniging opgericht door professionals op 30 januari 1987 in Madrid om de Spaanse taal te promoten voor anderstaligen.

Het Instituto Caro y Cuervo , bij wet opgericht in 1942, is een Colombiaans onderzoeksinstituut voor Spaanse literatuur , filologie en taalkunde, gevestigd in de wijk La Candelaria in Bogotá .

Taalontwikkeling

Spaans kan grofweg worden onderverdeeld in de volgende ontwikkelingsstadia ( taalniveaus ):

• Oorsprong van Español ( orígenes de español ), tot 1200,
• Oud Spaans ( español middeleeuws ), van 1200 tot 1450,
• Middel Spaans ( español clásico ), van 1450 tot 1650,
• Nieuw Spaans ( español moderno of español contemporáneo ), sinds 1650.

In deze periodes en hun aanloop was het onderhevig aan verschillende invloeden. In sommige gevallen wordt de categorie pre-klassiek Spaans ( español preclásico ), van 1500 tot 1560, toegevoegd. ^[33]

Baskische invloeden in de Spaanse taal

Volgens de huidige stand van het onderzoek is het Baskisch niet genetisch verwant aan een andere bekende taal. Het is wat men een geïsoleerde taal noemt. In de westelijke Pyreneeën van Spanje (in de autonome gemeenschappen Baskenland en Navarra ) en Frankrijk ( Frans Baskenland ) kon het Baskisch standhouden tegen verschillende Indo-Europese talen , waaronder Keltisch , Latijn en de hedendaagse Romaanse talen. De mate waarin zijn oorspronkelijke omvang op het Iberisch schiereiland lag, blijft hypothetisch. Baskisch is het enige taalkundige overblijfsel uit die tijd. Sommige invloeden lijken de Romaanse talen te hebben gevormd, zoals het feit dat de twee aangrenzende Romaanse talen, Spaans maar nog sterker de zuidwestelijke Occitaans regionale taal Gaskognisch , een reductie laten zien van het Latijnse "f" tot "h", dat in de standaard Spaanse taal is tegenwoordig stilgevallen. Dit fenomeen wordt toegeschreven aan de invloed van het Baskisch, ter vergelijking de Spaanse plaatsnaam Fuenterrabia, Baskisch Hondarribia, Hoge Aragonese Ongotituero .

Baskisch is een astrataat omdat geen van de talen is opgegeven. Het volgende fenomeen is terug te voeren op de Baskische invloed: Vervanging van de aanvankelijke “[f]” door “[h]”, die in het verdere verloop volledig is weggevallen (farina → harina, factus → hecho, filius → hijo, furnus → hoorn) .

Keltiberisch-pre-romaanse invloed

Gereconstrueerde taalgebieden rond 300 voor Christus Chr.

De oudste historisch bepaalde bewoners van het Iberisch schiereiland waren de Iberiërs ( Iberische taal ). Rond 600 voor Christus Chr. Gemigreerde Keltische stammen ( Keltische talen ) over de Pyreneeën , die vervolgens met de Iberiërs de Celtiberians gemengd. Als een bevolking, onder invloed van een nieuwe taal, na een periode van tweetaligheid de eigen taal opgeeft ten gunste van de meer prestigieuze nieuwe taal, hebben de spreekgewoonten nog steeds een impact op hen. De verlaten taal wordt dan een substraat genoemd .

Na het aannemen van het Latijn had de Keltiberian de volgende effecten:

1. Sonorisatie van de intervocale plosieven “[p]”, “[t]”, “[k]” tot “[b]”, “[d]”, “[g]” (amica → amiga / apotheca → bodega) .
2. Lenisatie van de nexus “[kt]” via “[çt]” naar “[it]”. In het Castiliaans bleef de nexus zich ontwikkelen. De "t" werd ook gepalataliseerd door de voorgaande Palatal . Vandaar noctem → noche .

Latijnse invloed als basis

Romeinse verovering van het Iberisch schiereiland, 218-19 voor Christus Chr.

In de 3e eeuw voor Christus De Romeinen begonnen het Iberisch schiereiland te veroveren. In die tijd werd hier Iberisch , Celtiberisch , Baskisch , Tartessisch , Lusitan en vooral in kustplaatsen Punisch en Grieks gesproken. Het hele schiereiland is sinds keizer Augustus in Romeinse handen. ^[34]

Door een sterke militaire aanwezigheid en talrijke Romeinse functionarissen verspreidde de Latijnse taal zich zeer snel. Het Latijn werd, via de weg van het vulgair Latijn ^[35] , de cultuurbepalende omgangstaal die geleidelijk de oorspronkelijke Iberische talen terugdrong. Alleen in de westelijke Pyreneeën stuitte het Latijn op sterkere weerstand, zodat daar de oorspronkelijke taal Baskisch behouden bleef.

Germaanse invloed

Toen de Visigoten in 414 Spanje binnenvielen, werd op het hele schiereiland al Latijn gesproken met een lokale kleur. Hoewel de Visigoten de volgende drie eeuwen over Spanje regeerden, hadden ze weinig invloed op de taal en het sociale leven (slechts ongeveer twee tot drie procent van de bevolking was Goten). Een van de redenen waarom de Romeinen en Goten niet met elkaar omgingen was voornamelijk religieus: de Romeinen waren katholiek , de Goten Arianen . Nadat koning Rekkared I en zijn volk zich in 589 tot het katholicisme bekeerden, verdween de gotiek al snel volledig.

Er zijn echter enkele woorden in het Spaans die van Germaanse oorsprong zijn (bijvoorbeeld ganso ). Aangenomen wordt echter dat deze niet door de Goten naar Spanje zijn gebracht, maar door de Romeinen, die in Gallië in contact waren gekomen met Germaanse stammen.

De uitgang -ez van veel van de huidige Spaanse familienamen gaat waarschijnlijk terug op de taal van de Visigoten (zie patroniem ). ^[36] Het had de betekenis "zoon van" (vgl. Isl. -Son ), dus Rodríguez was de zoon van Rodrigo (Roderich). Voorbeeldig zijn de koningen van Navarra uit het huis van Jiménez van 905 tot 1076: De stichter van de dynastie Sancho I. Garcés werd achtereenvolgens gevolgd door García I. Sánchez, Sancho II. Garcés, García II. Sánchez, Sancho III. Garces, Garcia III. Sánchez en Sancho IV Garcés, de opvolger is de zoon van de voorganger.

Arabische invloed

De Moorse veroveraars, die in 711 hun expansie vanuit Afrika naar het oosten en noorden van het schiereiland begonnen, hadden een meer permanente invloed op de woordenschat van het Spaans. Sie besetzten die ganze Iberische Halbinsel mit Ausnahme des Kantabrischen Gebirges , wo Gruppen der christlichen Urbevölkerung Zuflucht suchten und von wo die spätere Rückeroberung („Reconquista“) ausging.

Als im Jahr 1492 diese Rückeroberung mit dem Fall von Granada abgeschlossen war, waren bis dahin viele arabische Wörter in das Spanische gelangt. Viele dieser Wörter kamen ursprünglich gar nicht aus dem Arabischen, sondern aus anderen Sprachen und wurden nur über das Arabische vermittelt. Nach Auswertung des Wörterbuches der Real Academia Española von 1995 enthält das heutige Spanisch noch 1285 Entlehnungen aus dem Arabischen, die „Arabismen“. ^[37] Somit ist das Spanische die romanische Sprache mit den meisten arabischen Lehnwörtern .

Es handelt sich dabei nicht nur um Kulturbegriffe, sondern auch um Bezeichnungen für Begriffe des alltäglichen Lebens, z. B. aceite „Öl“, aceituna (auch: oliva ) „Olive“, alfombra „Teppich“. Auch azafata („Flugbegleiterin“, das Wort wurde reaktiviert) ist arabischen Ursprungs. Das Wort ojalá („hoffentlich“) ist eine hispanisierte Form der arabischen Redewendung Inschallah ( ان شاء الله ) und bedeutet eigentlich „So Gott will“.

Arabische Lehnwörter und ihre Ableitungen finden sich in den folgenden Wortschatzbereichen: Verwaltung und Staatswesen, Heerwesen, Münzprägung, Naturwissenschaften, Landwirtschaft (Ackerbau, Bewässerungsanlagen), Hausrat, Kleidung, Speisen, Flora und Fauna sowie weiteren. Ein beträchtlicher Teil dieser Wörter stammt ursprünglich aus dem Persischen , dem Aramäischen , aus indischen Sprachen (z. B. ajedrez aus čaturaṅga , über das persische chatrang und das arabische shatranj ), dem Griechischen (z. B. guitarra über arabisch qiθārā , aus griechisch κιθάρα ) oder sogar dem Lateinischen (z. B. alcázar aus lateinisch castra ) und ist nur mittels des Arabischen und in arabischer Form ins Spanische gelangt.

Im Gegensatz zu anderen Sprachen, die bei der Übernahme arabischer Wörter den arabischen Artikel al ( ال ) abtrennten, findet sich in vielen Lehnwörtern im Spanischen jenes al wieder etwa bei „Zucker“ (spanisch azúcar , italienisch zucchero , arabisch السكر as-sukkar – hier wird das ﻝ (l) des Artikels assimiliert ). ^[38]

Amerikanisch-indigene Einflüsse

EU-weite Spanischkenntnisse (laut Eurobarometer 2006)

Vor allem die lateinamerikanischen Dialekte des Spanischen enthalten eine Vielzahl von Ausdrücken indigener Sprachen. Wortbeispiele:

Inneriberische Einflüsse bis zum Spanischen heute

Die folgenden Absätze sind nicht hinreichend mit Belegen (beispielsweise Einzelnachweisen ) ausgestattet. Angaben ohne ausreichenden Beleg könnten demnächst entfernt werden. Bitte hilf Wikipedia, indem du die Angaben recherchierst und gute Belege einfügst.

Siehe Diskussion .

Aus dem nichtklassischen Vulgärlatein entwickelten sich mit der Zeit unter verschiedenen geographischen und ethnographischen Einwirkungen unterschiedliche romanische Dialekte. Einer dieser Dialekte, das Kastilische, entstand in einer schwach romanisierten Gegend Nordspaniens, im Grenzgebiet der heutigen spanischen Provinzen Burgos , La Rioja , Vizcaya und Álava . Dieser Dialekt Altkastiliens zeichnet sich dadurch aus, dass er stärker von den vorromanischen Sprachen geprägt war und später durch politische Umstände zur Schrift- und Nationalsprache Spaniens wurde.

Es waren namentlich die Grafen Altkastiliens, die in andauernden Kämpfen gegen die Araber ihr Staatsterritorium nach Süden hin erweiterten. Im Verlauf dieser Reconquista-Bewegung schob sich das Altkastilische wie ein Keil in den übrigen romanischen Sprachraum hinein und drängte die anderen Sprachformen an die westliche ( Asturisch - Leonesisch und Galicisch, aus dem sich später Portugiesisch entwickelte) und östliche (Aragonesisch, Katalanisch) Peripherie des Landes ab, wodurch sich der Bereich der kastilischen Sprache enorm vergrößerte. In den von den Mauren eroberten Gebieten verdrängte sie danach das Arabische und das Mozarabische (romanische Dialekte, die in den maurisch beherrschten Ländereien von den Christen artikuliert, aber in arabischer Schrift geschrieben wurden).

In der zweiten Hälfte des 11. Jahrhunderts wurde Kastilien zum Königreich ausgerufen und Toledo 1085 zur Hauptstadt bestimmt. Daraufhin etablierte sich die kastilische Mundart zur Hof- und Umgangssprache des jungen Königreichs, weshalb das gegenwärtige Spanisch toledanische Färbung innehat. Von sprachpolitischer Bedeutung sind die Reformen Ferdinands III. (1217–1252) und Alfons X. (1252–1282), durch die das Lateinische in seiner urkundlichen Benutzung abgeschafft wurde und das Kastilische dessen Funktion übernahm. Während des ausgehenden Mittelalters verbreitete sich dann das Kastilische nicht nur als Schriftmedium, sondern auch verbal außerhalb Kastiliens.

Im Jahr 1713 entstand nach französischem Vorbild schließlich die Real Academia de la Lengua, die als anerkannte Autorität in Sprachfragen gilt. Zwischen 1726 und 1739 wurde das Diccionario de Autoridades herausgegeben und im Jahr 1771 erschien die erste Grammatik. Heute gibt die Akademie in Zusammenarbeit mit den Sprachakademien der anderen spanischsprachigen Länder unter anderem das Wörterbuch Diccionario de la Lengua Española und das umfangreiche Grammatikwerk Nueva Gramática de la Lengua Española heraus.

Rechtschreibung

Die Rechtschreibung des Spanischen verfolgt das Ideal, Laut für Laut das gesprochene Wort nachzubilden. So werden häufig übernommene Fremdwörter in ihrer Schreibung derart angepasst, dass sich die Aussprache wieder automatisch ergibt (Beispiele: englisch bacon wird zu spanisch beicon oder englisch football wird zu spanisch fútbol ). Bei den lateinamerikanischen Varianten gilt dies nur mit Einschränkungen (teilweise werden Buchstaben anders ausgesprochen, wenn das Wort indianischen Ursprungs ist, besonders ll und x ).

¿ und ¡

Ein besonderes Merkmal der spanischen Sprache ist es, Fragen und Ausrufesätze mit dem ¿ ( signo de interrogación ) bzw. dem ¡ ( signo de exclamación , manchmal auch signo de admiración ) einzuleiten. Dies geschieht sonst nur in der asturischen und der galicischen Sprache . Das Fragezeichen wurde von der Real Academia Española 1754 in der zweiten Edition der Orthografie eingeführt. ^[39]

Dreisprachige Werbetafel in Barcelona (Detail). Das öffnende Ausrufezeichen wird nur im Spanischen verwendet, nicht in der Regionalsprache ( Katalanisch ).

Beispiele

• El español es muy fácil, ¿verdad?

¡Por supuesto!

Spanisch ist sehr leicht, stimmt's?

Auf jeden Fall!

• ¡Hola! ¿Cómo estás?

Bien, ¿y tú?

Hallo! Wie geht's?

Gut, und dir?

Das umgekehrte Ausrufezeichen „ ¡ “ für die Spanische Sprache liegt in ISO 8859-1 und Unicode auf Code 161 (U+00A1) und lässt sich unter Windows auf jeder Tastatur über Alt + 1 7 3 auf dem Nummernblock beziehungsweise Alt + 0 1 6 1 erzeugen. Bei einem Macintosh wird dieses durch Alt + 1/! erzeugt, unter Linux/X11 durch ⇧ + AltGr + 1/! . Ein umgedrehtes, kopfstehendes Fragezeichen „ ¿ “ kann wie folgt eingegeben werden; unter Windows mit deutscher Belegung mittels der Tastenkombination Alt + 1 6 8 dabei müssen zwingend die Ziffern des sog. Ziffernblocks benutzt werden oder Alt + 0 1 9 1 . Auf dem Macintosh wird es durch Alt + ß/? erzeugt, unter Linux mit ⇧ + AltGr + ß/? .

Aussprache

Vokale

Vokaltrapez ^[40] für die spanische Sprache

Messungen der ersten Formanten der spanischen Vokale (Bradlow, 1995); in Zuordnung zu den Frequenzen ( Hz ) ( Artikulation )

Das Spanische kennt fünf Monophthonge .

Konsonanten

Das Spanische kennt 24 Konsonanten , wobei die Frikative [β ð ɣ] und die Plosive [bdg] Allophone der Phoneme /bdg/ sind. Zum Deutschen unterschiedliche Konsonanten sind das ñ ([ɲ]) und die beiden Digraphen ll ([⁠ʎ⁠]) und ch ([t͡ʃ]).

Mundartlich wird s vor Verschlusslauten manchmal wie ​h​ ausgesprochen, z. B. España („Spanien“) als ​ɛhˈpaɲa​ . Eine Unterscheidung der Laute /ʎ/ und /ʝ/ bzw. /j/ erfolgt nicht im gesamten spanischsprachigen Raum, vor allem nicht in Lateinamerika , was am Yeísmo deutlich wird. In Spanien selber wird ll mundartlich manchmal wie ​d͡ʑ​ oder ​d͡ʐ​ ausgesprochen.

Grammatik

Spanisch ist wie andere romanische Sprachen eine analytisch flektierende Sprache – im Gegensatz zu den synthetisch flektierenden Sprachen wie etwa dem Latein –, bei der die meisten Flexionsformen aus mehreren Teilen bestehen (z. B. el padre , del padre al padre , al padre los padres y las madres ). Das Spanische weist zwei grammatische Geschlechter auf und über 50 konjugierte Formen pro Verb , aber eine eingeschränkte Flexion von Verben, Substantiven und Determinativen . ^[42] Seine Syntax besteht trotz häufiger Variationen üblicherweise aus Subjekt-Verb-Objekt und Adjektive werden für gewöhnlich dem Substantiv, auf das sie sich beziehen, nachgestellt. In diesem Zusammenhang spricht man auch von einer Pro-Drop-Sprache , in der Pronomen weggelassen werden können, wenn sie für das Verständnis nicht unbedingt notwendig sind.

Wortarten, -bildung

^{[44] [45]}

Für die Produktion neuer Wörter aus vorhandenen Wörtern, also die Wortbildung , formación de palabras werden zwei Varianten unterschieden: Wortableitung ( Derivation , derivación ) und Wortzusammensetzung ( Komposition , composición ).

Im Bereich der Lehnwörter bzw. Entlehnung , so etwa in der Begrifflichkeit der elektronischen Datenverarbeitung , zeigt sich ein großer Einfluss der englischen Sprache . So weist vor allem der Internetwortschatz im Spanischen eine hohe Anzahl von Anglizismen oder angloamerikanisch geprägten spanischen Wortschöpfungen auf. ^[46]

Lexikalische Negation

Durch den Gebrauch folgender Präfixe können Worte mit negativer Bedeutung, als Ausdruck einer syntaktischen Negation (siehe im Gegensatz hierzu die Adverbien der Verneinung ), entstehen:

• a- , des- , in- , i- , im- , ir- . Beispiele: a- político , des- acertado , in- formal , i- legible , im- posible , ir- racional .

Als Basislexeme für die negative Wortbildung dienen Substantive , Adverbien , Verben und Adjektive . Wortarten welche allesamt zu den Autosemantika zählen. Dabei sind einige Worte in der Lage jeweils zwei unterschiedliche Präfixe zu binden. Beispiel: in-moral und a-moral . ^[47]

Varietäten der spanischen Sprache

Das äquatorialguineische Spanisch

Das philippinische Spanisch

Neben der Verbreitung in Europa wird Spanisch ebenfalls in Asien, dh auf den Philippinen gesprochen. Viele Inseln, Ortschaften sowie die Filipinos und das Land selbst tragen spanische Namen, die aus der kolonialen Epoche herrühren.

Das amerikanische Spanisch

Am weitaus bedeutsamsten ist Spanisch in Amerika, indem es in den meisten Ländern als Muttersprache gesprochen wird. Da sie dort ein sehr großes Gebiet einnimmt und da seit der Kolonialisierung durch die Spanier bereits Jahrhunderte vergangen sind, weist die spanische Sprache auf den Großen Antillen und im übrigen Lateinamerika gewisse Abweichungen zum europäischen Spanisch auf. Diese sind in der Schrift- und Verkehrssprache nicht allzu groß, wohingegen sich Umgangssprache und Dialekte der einzelnen Länder teilweise recht deutlich unterscheiden, und zwar nicht nur in der Aussprache, sondern auch im Vokabular.

Die spanischsprachige Welt Rot: Amtssprache, Blau: Amtssprache neben anderen, Rosa: Bedeutende Sprache, aber keine Amtssprache

Im grammatikalischen Bereich sind bis auf die Eigenheiten in der Verwendung der Vergangenheitstempora (Dominanz des Indefinido ), der Nichtexistenz von Vosotros und dem Voseo (nur regional geprägt) keine nennenswerten Besonderheiten festzustellen.

Demgegenüber haben einige Wörter durchaus einen Bedeutungswandel vollzogen. Manche Abweichungen sind konkret auf den Einfluss indigener Sprachen zurückzuführen, der in den einzelnen Regionen unterschiedlich intensiv ausgestaltet ist. Vorrangig in Mexiko, der Karibik, Zentralamerika und Venezuela spürbar sind auch die Einflüsse des US-amerikanischen Englischen auf den Wortschatz des Spanischen, die sich wesentlich stärker niederschlagen als in Europa. Generell lässt sich in Spanien der lateinamerikanische Wortschatz als archaischer, verglichen mit dem kontinentaleuropäischen, beschreiben. In Lateinamerika wird dagegen das iberische Spanisch als altmodisch und harsch empfunden.

Ein charakteristisch-markantes Erkennungszeichen lateinamerikanischer Sprecher ist die vom europäischen Spanisch stark abweichende Sprachmelodie . Die Unterschiede in dieser Beziehung sind jedoch zwischen dem andinen Spanisch , den La-Plata -Dialekten, Mexiko und Zentralamerika sowie den karibischen Dialekten praktisch ebenso groß wie zum Kontinentalspanischen, sodass sich allgemeine Regeln nur schwer definieren lassen.

Obgleich Aussprache und Wortschatz zwischen den und ebenso in den einzelnen lateinamerikanischen Ländern mitunter stark variieren, lassen sich doch einige Hauptunterschiede zwischen der Sprache Mexikos und Süd- und Mittelamerikas und dem europäischen Spanischen festhalten.

Unterschiede in der Grammatik

• Die Vergangenheitsform Pretérito Perfecto (he comprado) ist in einigen Ländern wie Argentinien marginal gebräuchlich, stattdessen wird meist das Pretérito Indefinido verwendet (compré), soweit man das „Noch-Andauern“ einer Handlung nicht explizit betonen möchte.
• Die in Spanien ausschließlich als Höflichkeitsform im förmlichen Umgang (vgl. „Siezen“ im Deutschen) verwendete Anrede ustedes (von vuestra merced, etwa: „Euer Gnaden“) ist in Lateinamerika die standardsprachliche und allgemein verbreitete Anredeform, unabhängig von Sprachebene oder Vertrautheit. So wird die 2. Person Plural im amerikanischen Sprachraum überhaupt nicht benutzt und stets durch die Anrede in der 3. Person ersetzt. An die Stelle des Personalpronomens vosotros tritt hingegen immer ustedes (eine der wenigen Regeln, die universal für ganz Lateinamerika gelten). Auch im Singular ist die Anrede in der 2. Person mit tú in manchen Gebieten weniger gebräuchlich (oder wirkt schroff bzw. pedantisch) und man greift entweder zu vos oder zur 3. Person mit usted .
• Mit dem in vielen Teilen Lateinamerikas verbreiteten Voseo wird anstelle des Personalpronomens tú oder ti in der 2. Person Singular das Pronomen vos verwendet und die Verben werden dementsprechend abweichend konjugiert (beispielsweise vos sos, standardspanisch tú eres „du bist“). Die grammatikalischen Regeln zum Voseo werden regional unterschiedlich angewandt, so sind Varianten wie etwa vos tomás, tú tomás und vos tomas (standardspanisch tú tomas ) möglich.
  • Er ist praktisch in Argentinien, Uruguay , Paraguay und Nicaragua anzutreffen und in abgeschwächter Form auch in anderen Ländern wie Guatemala , dem venezolanischen Bundesstaat Zulia sowie den kolumbianischen Regionen Paisa und Valle de Cauca.
  • Costa Rica stellt einen Sonderfall dar, da tú nicht gebraucht wird, dafür aber vos und usted gleichermaßen.
  • Eine kleinere Sonderform des Voseo ist in Chile verbreitet, wo in der informellen Sprache in der 2. Person Singular eine an die 2. Person Plural bzw. die Konjugationsformen des Voseo erinnernde Verbform in Gebrauch ist. Die auf -ar endenden Verben erhalten in der 2. Person Singular die Endung -ái(s), wobei das Schluss-s nicht ausgesprochen wird. Die Verben auf -er/-ir erhalten die Endung -ís, wobei das Schluss-s nur manchmal gehaucht wird.

    Beispiele: ¿Cómo estás? wird zu ¿Cómo estái(s)? ¿Qué haces? wird zu ¿Qué hacís? bzw. ¿Qué hací(h)? oder ¿Te acuerdas? wird zu ¿Te acordái(s)?

    Beachtenswert sind diesbezüglich die Parallelen zum Italienischen , wo die Endung der 2. Person Singular stets -i ist. Als Pronomen wird generell tú verwendet und nur selten vos, was einen noch legereren (oft auch aggressiven) Charakter hat.

  • Phonetisch ähneln sich der Voseo in Chile und der in Venezuela , da in diesem die Konjugation der klassischen Form (-áis, -éis, -ís) entspricht, das Schluss-s aber genauso wie in Chile gehaucht wird.

    Beispiele: ¿Cómo estáis? ¿Qué hacéis? ¿Venís? (gesprochen ¿kómo ehtáih? ¿ké aséih? ¿beníh? ).

Unterschiede im Wortschatz

Es gibt viele Abweichungen zwischen dem europäischen und dem lateinamerikanischen Wortschatz und überdies auch innerhalb Lateinamerikas von Land zu Land diverse semantische Eigenarten. Sie betreffen hauptsächlich die Umgangssprache und Begriffe des täglichen Lebens. Ernsthafte Verständigungsprobleme zwischen Sprechern (und ihrem mentalen Lexikon ) aus verschiedenen europäischen und amerikanischen Teilarealen des spanischen Sprachraums gibt es in der Regel jedoch kaum.

Einige Beispiele

• Je nach Land gibt es eine unterschiedliche Anzahl Wörter, die aus den jeweiligen Sprachen der indigenen Völker entlehnt wurden. Einige davon haben auch das europäische Spanisch erreicht. Dazu gehören ua die Begriffe aguacate („Avocado“) und patata („Kartoffel“, siehe Tabelle).
• Insbesondere Namen für Obst- oder Gemüsesorten variieren unter den lokalen Varietäten der unterschiedlichen spanischsprachigen Länder sehr stark. So heißt etwa in der Dominikanischen Republik „die Orange“ la china , „die Mandarine“ la italiana , „die Papaya“ la lechoza , „die Banane“ el guineo und „die Maracuja“ la chinola – Ausdrücke, die oft nicht nur in Spanien und Südamerika, sondern selbst in benachbarten Ländern wie Kuba oder Mexiko bereits nicht mehr verstanden werden. Ähnliches gilt für Bezeichnungen wie frutilla – „Erdbeere“ (in Europa fresa genannt), ají – „scharfe Paprika“ (europ. chili ) oder palta – „Avocado“ (europ. aguacate ), wie sie in Chile und einigen anderen südamerikanischen Ländern geläufig sind.
• Zu Missverständnissen kommt es am ehesten bei Wörtern, die neben der allgemeinen Bedeutung in bestimmten Ländern über eine umgangssprachliche Spezialbedeutung verfügen.
  • Das in Spanien unverfängliche und für alle möglichen Sachverhalte häufig gebrauchte Verb coger („nehmen, ergreifen, fangen“) etwa ist in ein paar Ländern Lateinamerikas (vor allem Mexiko, Argentinien, Uruguay und Paraguay) ein ordinärer Ausdruck für die Ausübung des Geschlechtsverkehrs . Der Satz „Ich werde den Bus nehmen“ ( Voy a coger el autobús ) bedeutet daher bei Argentiniern „Ich werde den Bus bumsen“. In ganz Lateinamerika wird anstelle von coger häufiger das Verb agarrar oder tomar („nehmen, einnehmen, trinken“) verwendet.
  • Das Wort guagua bezeichnet in der Dominikanischen Republik, auf Kuba und auf den Kanarischen Inseln einen innenstädtischen „ Linienbus “, in Andenländern wie Chile, Peru oder Ecuador steht es für „Krabbel-“ oder „Kleinkind“ (hier: Xenismus aus den Quechua ), sodass auch in diesem Fall Missverständnisse vorbestimmt sind.
  • Für „hübsch“ oder „schön“ formuliert man in den meisten Ländern Lateinamerikas Adjektive wie bonito/-a oder lindo/-a . Das in Spanien verbreitete guapo/-a ist demgegenüber ungebräuchlich und hat in manchen Ländern (etwa auf Kuba und in der Dominikanischen Republik) die Bedeutung „aggressiv“ oder „wild“. Somit ist una chica guapa in Madrid ein hübsches, in Havanna ein wütendes Mädchen.

Unterschiede in der Aussprache

Globale Unterschiede in der Aussprache ^[48]

Viele lateinamerikanische Aussprachebesonderheiten erinnern an südspanische Dialekte und sind in erster Linie gerade deswegen präsent, weil im 16. und 17. Jahrhundert die meisten spanischen Einwanderer aus dem Süden Spaniens (va Extremadura und Andalusien ) kamen (siehe auch Andalusischer Dialekt ).

• Typisch ist der Seseo . Während im europäischen Spanisch ein z zumeist wie ein stimmloses englisches „th“ ausgesprochen wird, klingt es in lateinamerikanischer Artikulation wie ein stimmloser „s“-Laut . Dasselbe trifft auf das „c“ vor e und i zu (z. B. in nación ).
• Der Yeísmo tritt praktisch in ganz Lateinamerika auf, mit Ausnahme des Andengebiets und Paraguays. Zwei Sonderformen sind in den Río-de-la-Plata-Staaten (Argentinien, Uruguay) weit verbreitet. Dort wird das Phonem ll nicht wie ein deutsches „j“, sondern stimmhaft wie ein weiches „sch“, zunehmend auch stimmlos ähnlich einem deutschen „sch“ (Šeísmo) ausgesprochen wird.
• „j“ wird je nach Region mal mehr und mal weniger hart ausgesprochen. Die Aussprache variiert vom spanischen harten und hinteren „ch“ über das deutsche eher weichere „ch“ (wie in Bu-„ch“) bis hin zum herkömmlichen „h“.
• Regional differenziert in der Ausprägung ist das Verstummen oder Verändern bestimmter Endungen.
  • Besonders in der Karibik ist diese Erscheinung ausgeprägt und führt mitunter zu starken Verständnisproblemen bei ungeübten Hörern. So wird insbesondere die Wortendung -ar abweichend als -á , -al oder auch -ai (z. B. im Norden der Dominikanischen Republik nahe Puerto Plata ) ausgesprochen. Der Infinitiv caminar wird demnach zu caminá , caminal oder caminai – analog bei Verben auf -er oder -ir wird poner oft ponel oder auch ponei ausgesprochen.
  • „d“ wird am Wortende oft nicht gesprochen, die Betonung bleibt aber auf der letzten Silbe. Beispiel: ciudad wird gesprochen wie siudá . Das „d“ wird auch zwischen Vokalen meist ausgelassen, beispielsweise wird cansado zu cansao .
  • „s“ im Silbenauslaut bzw. am Wortende wird oft als Hauchlaut gesprochen oder verstummt ganz. Die Tendenz, das „s“ anzuhauchen (z. B. ehtoy statt estoy ) ist in vielen Küstendialekten vorzufinden und scheint abermals dem Andalusischen ähnlich.
    1. Durch faktisches Verschwinden der 2. Person Plural im lateinamerikanischen Spanisch lässt sich auch die 2. Person Singular oft nicht von der 3. Person Singular unterscheiden.

       Beispiel: ¿Qué quiere? („Was möchte er/sie?“) könnte vor Wegfall des „s“ auch ¿Qué quieres? („Was möchtest du?“) bedeutet haben.

       Ausnahmen gibt es in Argentinien, Chile, Uruguay, Paraguay, einigen mittelamerikanischen Ländern und einigen Regionen Kolumbiens, Venezuelas und Boliviens.

    2. In großen Teilen Chiles wird in der 2. Person Singular querís anstatt quieres gesagt. Die Endung -as wird durch -ái und -es durch ein -ís ersetzt, wobei das Schluss-s entweder gehaucht wird oder in der Aussprache ganz wegfällt. In beiden Fällen wird die letzte Silbe betont, was teilweise eine Änderung der anderen Vokale innerhalb des Wortes nach sich zieht.

       Beispiel: ¿Adonde vai? („Wohin gehst du?“) statt ¿Adonde vas? venís („du kommst“) statt vienes ; podís („du kannst“) statt puedes .

       Dies gilt auch für fast alle anderen Formen der 2. Person Singular.

    3. In Argentinien, Uruguay, Paraguay, einigen mittelamerikanischen Ländern als auch in Teilen Kolumbiens und Boliviens wird statt quieres querés (auch oft mit gehauchtem Schluss-s) gesagt, was seine Grundlage in der Konjugationsform des altspanischen vos hat. In diesen Ländern wird außerdem statt tú vos gesagt, was ebenfalls „du“ bedeutet, aber eine andere Konjugationsform nach sich zieht.

       So heißt es nicht puedes („du kannst“), sondern podés . Hier wird – anders als in der in Spanien gebräuchlichen vosotros-Form – das „i“ nicht ausgesprochen.

       Eine Ausnahme bilden die Verben der -ir-Konjugation, die der vosotros-Form entsprechen (z. B. vivís ).

    4. Die von vos abhängige Konjugation in Venezuela (Bundesstaat Zulia) entspricht der des vosotros ( -áis, -éis, -ís ), obschon das „Schluss-s“ nur gehaucht wird, wodurch die Verben klanglich den chilenischen ähneln.
    5. Durch die insgesamt starken Unterschiede zwischen der 2. und 3. Person Singular wird die tendenzielle Schwächung des „Schluss-s“ wieder relativiert.
  • Beispiel für das Verstummen von „d“ und „s“ in einem Satz: estamos cansados („wir sind müde“) wird bei der Aussprache zu e(h)tamo(h) cansao .

Vom Spanischen abgeleitete Sprachen

Spanisch hat z. T. andere Varianten und Mischformen entwickelt.

• Tochtersprache:
  • Ladino (auch „sephardische Sprache“) ist das Spanisch der 1492 ( Alhambra-Edikt ) aus Spanien vertriebenen Juden ( Sephardim ). Sie leben heute in Israel , Griechenland , der Türkei , Nordmarokko und den USA. Die Sprecherzahl wird auf höchstens 100.000 geschätzt

• Hybriddialekte, dh Mischsprachen existieren überall dort, wo Spanisch und Portugiesisch aufeinandertreffen:
  • Barranquenho in Portugal oder
  • Portuñol in Uruguay und Brasilien .

• Kreolsprachen :
  • Palenquero in Kolumbien,
  • Papiamentu auf den ABC-Inseln oder
  • Chabacano auf den Philippinen .

• Weitere Einzelformen:
  • Lunfardo ist eine Gaunersprache in Argentinien, die auch im Tango Verwendung findet.

Sprachbeispiel

Allgemeine Erklärung der Menschenrechte :

Beispiele gesprochen von einem Einwohner Madrids:

• ¿Qué hay de nuevo? ^{? / i} (24 KB) – „Was gibt's Neues?“
• Yo estoy bien, gracias, ¿y tú? ^{? / i} (29 KB) – „Danke, mir geht es gut, und dir?“
• Adiós, hasta mañana. ^{? / i} (27 KB) – „Auf Wiedersehen, bis morgen.“

Zwei Beispiele aus dem Buch Der kleine Prinz deuten die Unterschiede der europäischen und amerikanischen Aussprache an. Sie stammen aus zwei unterschiedlichen Übersetzungen des französischen Originals:

• (Barcelona, Spanien)
• (Sinaloa, Mexiko)

Sprachfallen: „Falsos Amigos“

Mit den typischen Fehlern, die beim Erlernen und Übersetzen der spanischen Sprache auftreten können, beschäftigen sich folgende Beiträge:

• Falscher Freund
• Liste falscher Freunde in der spanischen Sprache

Siehe auch

• Spanische Bezeichnungen für geographische Orte
• Aussprache der spanischen Sprache
• Liste spanischer Sprichwörter
• Asociación para la Enseñanza del Español como Lengua Extranjera (ASELE)
• Instituto Cervantes
• Liste von Sprachakademien der spanischen Sprache

Literatur

Allgemein

• Ursula Klenk: Einführung in die Linguistik: Spanisch. GOEDOC – Dokumenten- und Publikationsserver der Georg-August-Universität Göttingen, (2008) doi:10.3249/webdoc-1933
• Reinhard Meyer-Herman: Spanisch . In: Thorsten Roelcke (Hrsg.): Variationstypologie / Variation Typology. Ein sprachtypologisches Handbuch der europäischen Sprachen in Geschichte und Gegenwart / A Typological Handbook of European Languages Past an Present. De Gruyter, Berlin / New York 2003, S. 449–479.
• Bernhard Pöll, Christopher F. Laferl (Hrsg.): Handbuch Spanisch: Sprache, Literatur, Kultur, Geschichte in Spanien und Hispanoamerika; für Studium, Lehre, Praxis. Schmidt, Berlin 2012, ISBN 978-3-503-09875-0
• Daniel Reimann: Sprachbeschreibung Spanisch. Universität Duisburg/Essen, Stiftung Mercator , proDaZ, Dezember 2016 online

Spanische Sprachwissenschaft

• Helmut Berschin , Julio Fernández-Sevilla, Josef Felixberger: Die Spanische Sprache. Verbreitung, Geschichte, Struktur. 3. Auflage. Georg Olms, Hildesheim/ Zürich/ New York 2005, ISBN 3-487-12814-4 .
• Annegret Alsdorf-Bollee, Ingrid Neumann-Holzschuh: Spanische Sprachgeschichte. 5. Auflage. Klett, Stuttgart 2009.
• Wolf Dietrich, Horst Geckeler: Einführung in die spanische Sprachwissenschaft: Ein Lehr- und Arbeitsbuch. 5. Auflage. Schmidt, Berlin 2007.
• Arnim Gassner: Das altspanische Verbum. Niemeyer, Halle 1897.
• Johannes Kabatek, Claus D. Pusch: Spanische Sprachwissenschaft. Narr Francke Attempto, Tübingen 2009, ISBN 978-3-8233-6404-7 .
• Petrea Lindenbauer, Michael Metzeltin , Margit Thir: Die romanischen Sprachen. Eine einführende Übersicht. Egert, Wilhelmsfeld 1995.
• Michael Metzeltin : Las lenguas románicas estándar. Historia de su formación y de su uso. Academia de la Llingua Asturiana, Uviéu 2004
• Ralph Penny: A History of the Spanish Language. Cambridge University Press 2002, ISBN 0-521-80587-2 . ( Teildarstellung „google-books“ )
• Antonio Tovar: Einführung in die Sprachgeschichte der Iberischen Halbinsel: das heutige Spanisch und seine historischen Grundlagen. 3. Auflage. Narr Francke Attempto, Tübingen 1989.
• Gesina Volkmann: Weltsicht und Sprache. Epistemische Relativierung am Beispiel des Spanischen. Narr Francke Attempto, Tübingen 2005, ISBN 3-8233-6101-5 .
• Andreas Wesch: Grundkurs Sprachwissenschaft Spanisch. 5. Auflage. Klett, Stuttgart 2006.
• Johannes Kabatek, Claus Dieter Pusch: Spanische Sprachwissenschaft: Eine Einführung (bachelor-wissen). Gunter Narr Verlag, Tübingen 2011, ISBN 978-3-8233-6658-4

Spanische Wortschätze

• André Höchemer: Man spricht Spanisch! Spanische Wortschätze auf gut Deutsch. Verlag Winfried Jenior, Kassel 2011, ISBN 978-3-934377-19-6 .
• Manuel Seco , Olimpia Andrés , Gabino Ramos : Diccionario fraseológico documentado del español actual. Locuciones y modismos españoles. Aguilar lexicografía, Madrid 2004, ISBN 84-294-7674-1 .

Spanische Grammatiken

• Michael Metzeltin: Erklärende Grammatik der romanischen Sprachen. Praesens, Wien 2010.
• Michael Metzeltin: Gramática explicativa de la lengua castellana. De la sintaxis a la semántica. Praesens, Wien 2009.

Didaktik

• R. del Río Miguel: Unterrichtsmaterialien Spanisch – Reaktivierung. Unterrichtsmaterialien. Universität Weimar, Wintersemester 2002/2003.
• Dee L. Eldredge: Teaching spanish, my way. Xlibris LLC, 2014, ISBN 978-1-4931-2657-6 .

Spanische Varietäten und Mundarten

• Günter Holtus , Michael Metzeltin , Christian Schmitt (Hrsg.): Lexikon der Romanistischen Linguistik . 12 Bände. Niemeyer, Tübingen 1988–2005; Band VI,1: Aragonesisch/Navarresisch, Spanisch, Asturianisch/Leonesisch. 1992.
• Hugo Kubarth: Das lateinamerikanische Spanisch. 1987.
• Steve Pagel: Spanisch in Asien und Ozeanien. Lang, Frankfurt am Main 2010.
• Hans-Dieter Paufler: Lateinamerikanisches Spanisch. 1977.
• Volker Noll: Das amerikanische Spanisch. 2001.

Weblinks

Wiktionary: Wörterbuch Spanisch–Deutsch – Bedeutungserklärungen, Wortherkunft, Synonyme, Übersetzungen

Wiktionary: Wörterbücher der spanischen Sprache – Bedeutungserklärungen, Wortherkunft, Synonyme, Übersetzungen

Wikibooks: Spanisch – Lern- und Lehrmaterialien

Wikiquote: Spanische Sprichwörter – Zitate

Wikisource: Spanische Wörterbücher – Quellen und Volltexte

Commons : Spanische Sprache – Sammlung von Bildern, Videos und Audiodateien

Commons : Spanische Aussprache – Sammlung von Bildern, Videos und Audiodateien

• Real Academia Española, 2014
• VeinteMundos Sprachmagazin: Sprachbesonderheiten aller spanischsprachigen Länder im Überblick
• Linguistische Fachbegriffe und Wörterbücher. Erstellt am 25. Dezember 2003 von Cornelia Steinmann. Webhosting durch Siteware Systems GmbH. Ein Verweis auf spanische Lexika findet sich auf der Seite unter Einsprachige Wörterbücher. Spanisch , online
• Portal del hispanismo. Instituto Cervantes y Ministerio de Educación, Cultura y Deporte.
• Wikilengua del español. Fundéu BBVA
• Fundación Biblioteca Virtual Miguel de Cervantes
• Liste der Ausgaben und Jahreszahlen der veröffentlichten spanischen Grammatiken der Real Academia Española (RAE)

Einzelnachweise

1. ↑ Siehe hierzu Vergleich von Spanisch und Portugiesisch .
2. ↑ siehe ua Symbiosismus , Generative Grammatik
3. ↑ Vergleiche auch Phönizisch-punische Sprache
4. ↑ Ein Begriff, der auf Hugo Schuchardt zurückgeht und den er in seiner 1864 veröffentlichten Dissertation De sermonis Romani plebei vocalibus erstmals entwickelte.
5. ↑ Latein und seine Tochtersprachen. Universität München Lehramt, S. 1–11, online
6. ↑ Eugenio Coseriu: Das sogenannte „Vulgärlatein“ und die Erstdifferenzierungen in der Romania. Aus dem Spanischen von Wulf Oesterreicher. Unveröffentlichtes Manuskript. Montevideo 1954, S. 2–43, 135–150, 172–202.
7. ↑ Marcos Roman Prieto: Spanisch-germanischer Lehnaustausch. Books on Demand (BoD), 2008, ISBN 978-3-638-94414-4 , S. 6 f.
8. ↑ Wolf Dietrich; Volker Noll (Hrsg.): Einführung in die spanische Sprachwissenschaft Ein Lehr- und Arbeitsbuch. Erich Schmidt Verlag, Berlin 2012, ISBN 978-3-503-13719-0 , S. 15 f.
9. ↑ Leo Trepp: Die Rückeroberung Spaniens durch die Christen – Die Inquisition. In: Die Juden; Volk, Geschichte, Religion. Hamburg 1999, ISBN 3-499-60618-6 , S. 61/62.
10. ↑ Heiner Böhmer: Grammatikalisierungsprozesse zwischen Latein und Iberoromanisch. Gunter Narr Verlag, Tübingen 2010, ISBN 978-3-8233-6564-8 .
11. ↑ Hinweis für Philologen : Das Wort Mio im Werktitel ist ein im modernen Spanischen nicht mehr existierendes atonales Possessivpronomen (Verwendung strukturell ähnlich wie port. meu , ital. mio und frz. mon ) und schreibt sich (anders als das moderne spanische Wort mío ) ohne Akut .
12. ↑ Untersuchung von Riaño Rodríguez und Gutiérrez Aja , 2003
13. ↑ Reinhard Kiesler: Einführung in die Problematik des Vulgärlateins. Walter de Gruyter, 2006, ISBN 3-11-091655-X , S. 105 f.
14. ↑ Annegret Alsdorf-Bollee, Ingrid Neumann-Holzschuh: Spanische Sprachgeschichte. 5. Auflage. Klett, Stuttgart 2009, ISBN 978-3-12-939624-7 , S. 107.
15. ↑ Medina Guerra: Antonia M ^a Modernidad del universal vocabulario de Alfonso Fernández de Palencia. ELUA,7, 1991, S. 45–60.
16. ↑ Gustav Ineichen: Zur Stellung der spanischen Grammatik Nebrijas. In: Wolfgang Dahmen (Hrsg.): Zur Geschichte der Grammatiken romanischer Sprachen: Romanistisches Kolloquium IV. (= Tübinger Beiträge zur Linguistik.Band 357). Narr Verlag, 1991, ISBN 3-8233-4212-6 , S. 227 f.
17. ↑ Francisco M. Carriscondo Esquivel: La labor lexicográfica de Esteban (Esteban de Terreros' Lexicographical Work). In: Oihenart. 23, 2008, S. 13–34.
18. ↑ Emilio Cotarelo y Mori: Diccionario Biográfico y Bibliográfico de Calígrafos Españoles. Band II, S. 269 in Auñamendi Eusko Entziklopedia Consultado 21. März 2011.
19. ↑ Alonso Zamora Vicente: La Real Academia Española . Espasa Calpe, Madrid 1999, ISBN 84-239-9185-7 , S. 33.
20. ↑ Ramón Menéndez Pidal , Manual de gramática histórica española , Espasa-Calpe, 1985, S. 181.
21. ↑ Irene Lozano: Lenguas en guerra. Espasa Calpe, 2005, S. 92.
22. ↑ The most spoken languages worldwide (native speakers in millions). Statista.com, 2017, abgerufen am 26. Februar 2018 (englisch): „437 Millionen“  
23. ↑ ^{a b} SPANISH: a language of Spain. In: ethnologue.com. Abgerufen am 26. Februar 2018 (englisch): „Total users in all countries: 512,991,890 (as L1: 442,384,990; as L2: 70,606,900).“  
24. ↑ ^{a b c d} Instituto Cervantes (Hrsg.): EL ESPAÑOL: UNA LENGUA VIVA . Informe 2017. 2017 (spanisch, cervantes.es [PDF; abgerufen am 26. Februar 2018]).  
25. ↑ Bei der Definition der „Weltsprache“ ist nicht die Zahl der Sprecher allein ausschlaggebend, sondern es muss auch noch die weite Verbreitung über das autochthone Ursprungsgebiet der Sprache hinzukommen. Chinesisch , Hindi und Bengali sind daher trotz der hohen Sprecherzahl nicht Weltsprachen im engeren Sinne.
26. ↑ ^{a b c} Los hispanohablantes ascienden ya a 572 millones de personas. In: El País. 28. November 2017, abgerufen am 26. Februar 2018 (spanisch).  
27. ↑ Helmut Berschin, Josef Felixberger: Die spanische Sprache: Verbreitung, Geschichte, Struktur . Georg Olms Verlag, 2012, S. 19 ( Google Books ).  
28. ↑ La lengua española pierde peso e influencia en Marruecos. fundeu.es, 17. Februar 2015, abgerufen am 26. Februar 2018 (spanisch).  
29. ↑ Ethnologue, 2013 (abgerufen am 19. Dezember 2013)
30. ↑ Urteil des Verfassungsgerichts v. 26. Juni 1986, STC 82/1986: PDF ( Spanisch )
31. ↑ Mechthild Bierbach: Spanisch – eine plurizentrische Sprache? Zum Problem von norma culta und Varietät in der hispanophonen Welt. S. 143–170
32. ↑ Franz Lebsanft: Spanische Sprachkultur: Studien zur Bewertung und Pflege des öffentlichen Sprachgebrauchs im heutigen Spanien. Bd. 282 Beihefte zur Zeitschrift für romanische Philologie, Walter de Gruyter, Berlin 1997, ISBN 3-11-093163-X , S. 83 f.
33. ↑ Johannes Kabatek, Claus D. Pusch: Spanische Sprachwissenschaft. Gunter Narr, Tübingen 2009, ISBN 978-3-8233-6404-7 , S. 253.
34. ↑ Gerhard Jäger : Computational historical linguistics. University of Tübingen, Institute of Linguistics hier S. 5 f.
35. ↑ Christian Lehmann: Phonologie des Lateinischen und Vulgärlateinischen. online
36. ↑ Ralph Penny: Gramática histórica del español. Editorial Ariel, 2006, S. 31.
37. ↑ Vgl. hierzu Volker Noll in Romania Arabica ( Memento vom 2. Januar 2007 im Internet Archive ), Fs. Kontzi , 1996, S. 299–313.
38. ↑ Volker Noll: Der arabische Artikel „al“ und das Iberoromanische . In: Jens Lüdtke (Hrsg.): Romania Arabica. Fs. für Reinhold Kontzi zum 70. Geburtstag . Gunter Narr Verlag, Tübingen 1996, ISBN 3-8233-5173-7 , S.   299–313 ( uni-muenster.de [PDF; abgerufen am 1. Februar 2017]).  
39. ↑ Roger Chartier: The Author's Hand and the Printer's Mind . Polity Press, Cambridge 2014, ISBN 978-0-7456-5601-4 ( eingeschränkte Vorschau in der Google-Buchsuche).  
40. ↑ Vokaldreieck – Frequenzlage der ersten beiden Formanten (schematisch für die Tontechnik) (PDF; 230 kB)
41. ↑ SAMPA für Spanisch (englisch)
42. ↑ Irene Balles: Die Tendenz zum analytischen Sprachtyp aus der Sicht der Indogermanistik. In: Uwe Hinrichs; Uwe Büttner (Hrsg.): Die europäischen Sprachen auf dem Wege zum analytischen Sprachtyp. Band 1 von Eurolinguistische Arbeiten, Otto Harrassowitz Verlag, Wiesbaden 2004, ISBN 3-447-04785-2 , S. 33–54.
43. ↑ Zahlwörter, nombres numerales können eingeschränkt flektierbar sein.
44. ↑ modifiziert nach Helmut Berschin , Julio Fernández-Sevilla, Josef Felixberger: Die spanische Sprache. Verbreitung, Geschichte, Struktur. 3. Auflage. Georg Olms, Hildesheim/ Zürich/ New York 2005, ISBN 3-487-12814-4 , S. 161.
45. ↑ canoonet - Grammatik für Deutsch - Wortgrammatik , abgerufen am 23. September 2019
46. ↑ Martina Rüdel-Hahn: Anglizismen im Internetwortschatz der romanischen Sprachen: Französisch – Italienisch – Spanisch. Dissertationsschrift . Heinrich-Heine-Universität, Düsseldorf 2008.
47. ↑ Roberto Ibañez: Negation im Spanischen. (= Structura Schriftenreihe zur Linguistik. Band 5). Wilhelm Fink Verlag, München 1972, S. 7.
48. ↑ Constanza Vagnini, Stefan Aechtner: Lautliche Unterschiede zwischen europäischem und amerikanischem Spanisch. Referat Institut für Romanische Philologie, Universität München, Dr. phil. habil. Barbara Schäfer-Prieß, HS: „Varietätenlinguistik Spanisch/Portugiesisch“, 2010/2011.